De Spaanse keuken

Mediterraan eten met veel verse producten

Bij 'de Spaanse keuken' denken de meeste mensen al gauw aan de grote klassiekers als paella, tortilla en tapas. De Spaanse keuken is echter veel rijker dan dat. Belangrijke kenmerken van de Spaanse keuken zijn het gebruik van verse, regionale producten; veelvuldig gebruik van vis en zeevruchten; veel olijfolie en het serveren van brood bij de warme maaltijd.

Hieronder vind je een aantal 'klassiekers' uit de Spaanse keuken:

Jamón serrano

Jamón serrano, of Serranoham, is een ham die gamaakt wordt van een speciaal gefokt wit varken. De naam 'Jamón serrano' betekent letterlijk 'ham uit de bergen'. Hij is te vergelijken met de Italiaanse Prosciutto crudo of Parmaham.  De ham wordt meestal geserveerd in dunne plakken of in blokjes.

Gazpacho

Gazpacho is een soep die (ijs)koud gegeten wordt. Meestal bevat de soep tomaten en daarnaast een aantal andere ingrediënten, zoals bv. olijfolie, komkommer, paprika en/of ui. In 'echte' gazpacho vind je geen vlees en wordt bij de bereiding ook geen bouillon gebruikt.

Paella

Het woord Paella is afgeleid van het Latijnse woord Patella, dat 'pan' betekent. Een paella is een éénpansgerecht met als hoofdingrediënten rijst, vis en/of schaaldieren, kip en tomaat, aangevuld met bijvoorbeeld bonen, erwtjes of paprika. Het is in Spanje de traditie dat de paella op zondag wordt klaargemaakt, en dan meestal door de man.

Tapas

Tapas zijn kleine hapjes, die als tussendoortje worden gegeten. Je hebt ze in allerlei soorten en maten. Er zijn tapas van kaas, vlees, vis, op basis van tortilla, brood, etc. Je kunt ze in café's en restaurants krijgen. Bekende tapas zijn: Patatas bravas (aardappels in tomatensaus), Calamares (gefrituurde inktvisringetjes), Chorizo (worst) en Aceitunas (olijven).

Tortilla

Een tortilla is een flinke omelet van ei, olijfolie en aardappels. Er zijn diverse regionale varianten, met eigen toevoegingen, zoals bijvoorbeeld paprika, spinazie, knoflook of tonijn. De tortilla wordt zowel warm als koud gegeten.